De verdachte werkte tussen 2007 en 2013 als gemeenteraadslid, centrummanager en wethouder bij de gemeente Helmond. In die periode beheerde hij ook de rekening van zijn politieke partij. Hij bekende die rekening te gebruiken voor privébetalingen. Volgens de verdachte had hij hierover een afspraak met de penningmeester van de partij en zou hij alles terugbetalen. Als bewijs overhandigde de verdachte een handgeschreven document aan de rechtbank. De rechtbank gelooft niet dat die overeenkomst waarheidsgetrouw is. Als de verdachte zo’n overeenkomst had gesloten, was het logisch geweest dat hij dit veel eerder had gemeld en niet pas bij de behandeling van zijn strafzaak bij de rechtbank. Hij wordt dan ook veroordeeld voor verduistering.
De rechtbank stelt vast dat er in totaal ruim 170.000 euro op de partijrekening is gestort en dat daarvan slechts 30.000 euro is gebruikt voor doelen waarvoor het bestemd was. Dit betekent dat de verdachte ruim 140.000 euro heeft verduisterd. Dit geld moet hij nu aan de Staat betalen.
Oplichting
Naast verduistering maakte de verdachte zich ook schuldig aan oplichting. In 2012 gaf de gemeente Helmond een subsidie van ruim 32.500 euro aan een bedrijf voor het regelen van de verlichting van beelden van een beeldenroute in het centrum van de stad. Omdat het bedrijf dit niet heeft gerealiseerd, liet de verdachte het geld terugbetalen. Hij zorgde er echter voor dat het bedrag niet bij de gemeente terugkwam, maar naar de rekening ging van een bevriende projectmanager die het geld zou gaan gebruiken voor projecten om het centrum een kwaliteitsimpuls te geven. Die projecten kwamen echter nooit tot stand.
Aannemen van giften
Verder nam de verdachte giften aan die hij als ambtenaar niet mocht aannemen. In 2010 kreeg zijn partij een donatie van 10.000 euro van een coffeeshop. In diezelfde periode speelde in Helmond de discussie over het verlenen van een vergunning aan een tweede coffeeshop van dezelfde eigenaar. Volgens de rechtbank had de verdachte op zijn klompen kunnen en moeten aanvoelen dat de eigenaar van de coffeeshop een tegenprestatie voor zijn donatie zou willen. Desondanks zag de verdachte er geen kwaad in en accepteerde hij het geld.
Tussen 2010 en 2013 was de verdachte als wethouder direct betrokken bij de verbouwing van een hotel in Helmond. Hij zette in die tijd een aantal ambtenaren onder druk om gerezen problemen bij de vergunningaanvraag op te lossen. Uiteindelijk werd de vergunning – in strijd met het bestemmingsplan – verleend. De verdachte stuurde een maand daarna een factuur van 5.000 euro naar de eigenaar van het hotel, die dat bedrag op de partijrekening stortte. Volgens de rechtbank was dit bedrag een compensatie voor de inspanningen van de verdachte bij het verkrijgen van de vergunning.
Vertrouwen beschaamd
De verdachte beschaamde het vertrouwen dat in hem gesteld was en misbruikte zijn positie om er zelf beter van te worden. Ook schaadde hij met zijn handelen het vertrouwen dat de burger in de overheid moet kunnen stellen. En door de oplichting benadeelde hij de gemeente. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte de delicten jarenlang pleegde. Verder heeft de rechtbank er oog voor dat de verdachte op non-actief is gesteld en dat zijn mentale gezondheid flink achteruit is gegaan. Daarnaast is de redelijke termijn waarbinnen deze strafzaak voor de rechter had moeten worden gebracht fors overschreden. Daarvoor krijgt de verdachte compensatie. In plaats van een onvoorwaardelijke celstraf, houdt de rechtbank het nu - zoals ook de officier van justitie eiste - bij een voorwaardelijke celstraf van 4 maanden en een taakstraf van 120 uur.