2 mei 2021
De vrouw had een relatie met een 70-jarige man en woonde sinds april 2021 in zijn bosvilla in Lieshout. Op 2 mei van dat jaar reed de Bossche verdachte naar de woning, wachtte daar enige tijd en knipte een hek door. De vrouw appte hem dat de man sliep. De deur van de woning was open en de mannelijke verdachte ging naar binnen. De vrouw vertelde dat de man lag te slapen en wees waar de slaapkamer was. De mannelijke verdachte liep met een hamer naar het slapende slachtoffer en sloeg hem meerdere keren op zijn hoofd.
Binnen een uur na de moord lieten de verdachten een drugsdealer naar de woning komen. De ochtend daarna kreeg de vrouw volgens eigen zeggen het idee om geld van de rekeningen van het slachtoffer te halen. De verdachten pinden geld met een bankpas en leefden een aantal weken in luxe, terwijl zij het slachtoffer op bed lieten liggen. Ook namen zij creditcards, een telefoon, laptop en muntenverzameling weg en verkochten zij aandelen ter waarde van 90.000 euro. De man en vrouw gaven het geld onder meer uit aan harddrugs en luxegoederen.
Na 2 weken vertrokken de verdachten met de auto van het slachtoffer naar Amsterdam om daar een aantal weken in exclusieve hotels te verblijven. In de tussentijd stuurde de vrouw met de telefoon van het slachtoffer appjes naar familieleden zodat zij dachten dat de man nog in leven was. De mannelijke verdachte reed 2 keer terug naar Lieshout om een bankpas te halen en de hondjes van het slachtoffer eten te geven.
Moord in Amsterdam
De familieleden van het slachtoffer in Lieshout kregen na een tijdje argwaan en troffen hem op 11 juni 2021 dood aan in zijn bed. De politie kwam al snel op het spoor van de vrouw en later ook de man. Via bijzondere opsporingsbevoegdheden en observaties bleek dat zij inmiddels in de woning van een 65-jarige man in Amsterdam verbleven. De politie viel eind juni die woning binnen, hield de verdachten aan en trof tussen de keukentafel en een bankstel, verstopt onder dekens en een matras, de overleden bewoner aan.
De 65-jarige man had de verdachten onderdak aangeboden en na een aantal dagen ontstond er wrijving, omdat de bewoner de verdachten weg wilde hebben. De vrouw gaf vervolgens toestemming aan de Bosschenaar om de bewoner te doden. Er ontstond een worsteling, waarna de verdachte het slachtoffer met zijn broekriem wurgde. De vrouw probeerde het slachtoffer tijdens de worsteling met een pan te slaan en gaf een snoertje aan de man om het slachtoffer mee te wurgen.
Na de moord hebben de verdachten met de bankpas van het slachtoffer geld gepind en probeerde de vrouw zijn spullen te verkopen bij een pandjeshuis. Ook ontvingen zij in de dagen na de moord contacten uit de drugswereld in de woning en deden het voorkomen alsof de bewoner nog in leven was.
Ultiem gebrek aan respect
De slachtoffers stierven een gruwelijke dood. De lichamen lagen lange tijd in hun woning, terwijl de verdachten de eigendommen van de slachtoffers gebruikten om in luxe te leven. Het is moeilijk om woorden te vinden die het ultieme gebrek aan respect voor de levens van de slachtoffers en de gruwelijkheid van de delicten goed weergeven. Duidelijk is dat dit soort delicten zwaar bestraft moet worden.
Geen levenslang
De deskundigen kunnen niet vaststellen of er tijdens de moorden sprake was van psychische problematiek bij de man. Hij weigerde namelijk mee te werken aan het onderzoek. Het volgt uit de wet dat de rechtbank in dit geval dan geen behandeling zoals terbeschikkingstelling (tbs) kan opleggen. Alleen een zeer lange celstraf is mogelijk. Als het aan de officier van justitie ligt, zou de verdachte levenslang achter de tralies gaan. Dit wordt naast bescherming van de maatschappij doorgaans alleen gedaan als sprake is van een criminele organisatie en eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten. Van die laatste twee criteria is in dit geval geen sprake. Volgens de rechtbank kan de maatschappij, mede gelet op de leeftijd van de man, beschermd worden met de maximale tijdelijke celstraf van 30 jaar.
Doortrapt en respectloos
De vrouw was niet degene die daadwerkelijk het dodelijke geweld heeft toegepast. Zij had echter wel een aandeel in beide moorden. De rechtbank ziet haar als medeplichtig aan de moord op het slachtoffer in Lieshout en als medepleger van de moord op het slachtoffer in Amsterdam. Bovendien belde zij niet de politie, terwijl zij daartoe alle gelegenheid had. Integendeel, ze liet de slachtoffers in hun woning achter en ging zeer kort na de moorden op zoek naar pincodes van bankpassen om rekeningen te kunnen plunderen. Daarin had zij het initiatief en een leidende rol.
Ook deed de vrouw zich richting nabestaanden en kennissen voor als de slachtoffers. Dit alles is doortrapt en respectloos. Zeker omdat de slachtoffers haar juist hadden geholpen. De rechtbank vindt voor de vrouw een celstraf van 23 jaar op zijn plaats. Door kort gezegd de overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen een strafzaak moet worden behandeld, gaat daar 1 maand af.
Naast de gevangenisstraffen moeten de verdachten schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 140.000 euro aan de nabestaanden en 90.000 euro aan de bank voor de uit coulance aan de nabestaanden uitgekeerde vergoeding van de verkochte aandelen en de geldopnames.