Het slachtoffer kwam in november 2021 ’s nachts thuis bij zijn chalet en werd tijdens het openen van de voordeur verrast door 3 overvallers. Ze gebruikten fors geweld om de bewoner te overmeesteren. Zo werd hij geschopt en geslagen, werd zijn keel dichtgeknepen en is hij getaserd. Hij kreeg pepperspray in zijn gezicht en is vastgebonden met duct tape en een telefoonkabel. Ook kreeg het slachtoffer een voorwerp dat leek op een vuurwapen op hem gericht en is hij bedreigd om meer geld te geven en te vertellen waar de kluis was. Na zo’n half uur verlieten de overvallers de woning met onder meer horloges, een telefoon, een zonnebril en geld.
Volgens de officier van justitie zijn de 3 verdachten verantwoordelijk voor de overval. De man uit Den Haag bekende als enige dat hij die avond inderdaad bij de overval betrokken was. Hij verklaarde dat het niet om een overval ging, maar om een zakelijk geschil dat iemand had met het slachtoffer en dat ‘uitgepraat’ moest worden. De Bosschenaar en de man uit Tilburg ontkennen kort gezegd bij de overval betrokken te zijn geweest.
Beoordeling rechtbank
De aangifte van het slachtoffer over de overval wordt ondersteund door camerabeelden. Uit die beelden blijkt nergens van een bedoeling om een zakelijk conflict uit te praten. Het slachtoffer werd direct door overvallers met handschoenen en gezichtsbedekkende kleding overmeesterd. Daarnaast is de hele woning doorzocht waarbij de overvallers meerdere keren vroegen naar ‘de kluis’. Ook dat past bij de bevindingen uit het onderzoek, er was namelijk een kluis waarin de omzet van een feest die avond werd afgestort. Daarmee is er ook een duidelijk motief voor de overval. De kluis bevond zich echter niet in het chalet van het slachtoffer.
De rechtbank vindt de verklaring over het alibi van de Bosschenaar niet geloofwaardig. Verklaringen over een alternatief scenario stroken niet met de bewijsmiddelen in deze zaak. De rechtbank houdt hem net als de man uit Den Haag verantwoordelijk voor de gewelddadige roofoverval.
De man uit Tilburg is vrijgesproken, omdat de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen vindt dat hij bij de overval betrokken was. Een geringe hoeveelheid dna op het shirt van het slachtoffer is weliswaar afkomstig van de man uit Tilburg. Er past volgens de rechtbank echter de nodige voorzichtigheid om te concluderen dat het een daderspoor is. Daarbij weegt mee dat er naast de aangetroffen dna-sporen van de 3 mannen ook dna van onbekend gebleven derden is gevonden. Ook speelt daarbij voor de rechtbank onder meer een rol dat het signalement van deze derde man niet past in het door het slachtoffer gegeven signalement en dat hij later op een foto niet is herkend.
Zeer beangstigend
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat een woning een veilige omgeving moet zijn. Het is zeer beangstigend om midden in de nacht bij en in de woning te worden overvallen met geweld en dreiging met geweld. Slachtoffers van zo’n gewelddadige overval krijgen vaak te maken met psychische gevolgen die nog lange tijd hun leven zullen beïnvloeden. Dat is ook nu het geval, zo blijkt uit de verklaring van het slachtoffer tijdens de behandeling van de strafzaak. Zo gaf hij aan letterlijk te wachten op het moment dat hij een mes in zijn rug zou krijgen. Ook vreesde hij te worden ontvoerd. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank onder meer ook rekening met straffen die in andere zaken met vergelijkbare situaties zijn opgelegd. De rechtbank vindt voor beide mannen een celstraf van 5 jaar op zijn plaats. De mannen zijn ook veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer van ruim 13.500 euro.