NOORD-BRABANT - Om aan de opgave in de Spreidingswet te kunnen voldoen, moeten gemeenten in de provincie Noord-Brabant uiterlijk op 1 juli 2025 14.689 opvangplekken leveren. Dat aantal is extra hoog door de extra opgave die Brabant heeft gekregen op basis van het inwoneraantal en de sociaaleconomische status van de provincie. Toch zijn gemeenten erin geslaagd om toezeggingen te doen voor meer dan 90 procent van het aantal gevraagde opvangplekken, namelijk 13.478.

“Brabantse gemeenten hebben grotendeels gerealiseerd wat met de Spreidingswet is beoogd”, aldus de commissaris van de Koning in Noord-Brabant, Ina Adema. “In de eerste 10 maanden van dit jaar is het aantal asielopvangplekken in Brabant met ruim 900 gestegen: van 7.332 naar 8.241. Dat is een stijging van meer dan 10 procent. Dat laat zien dat de Spreidingswet onder de gegeven omstandigheden effectief is. Ik roep de minister dan ook op de Spreidingswet in stand te houden zolang dat nodig is.”

Respect
Een groot aantal gemeenten in Brabant werkt hard om aan de gestelde opgave in de Spreidingswet te kunnen voldoen. Nog niet alle gemeenten hebben (voldoende) opvangplekken (kunnen) toezeggen. Dat betekent niet, dat deze niet alsnog gerealiseerd gaan worden. Het aantal toegezegde opvangplekken kan dus verder stijgen. “Ik realiseer mij zeer goed dat er veel is en wordt gevraagd van gemeenten. Het opvangdossier is bovendien complex en ingewikkeld. Mede daarom waardeer ik alle inspanningen die zijn en worden geleverd enorm en heb ik veel respect voor de inzet en het doorzettingsvermogen van gemeenten”, aldus Ina Adema. Zij merkt ook op dat dankzij de Spreidingswet een verschuiving plaatsvindt van noodopvang naar meer duurzame opvang. “Ook dat is winst,” vindt Ina Adema. “Dat creëert voor alle betrokken partijen meer rust en het is bovendien goedkoper.”

Regietafel
Bij de invoering van de Spreidingswet hebben alle gemeenten een indicatieve taakstelling gekregen voor de opvang van asielzoekers. Het belangrijkste doel is om de opvang meer evenwichtig te verdelen over het land en dure noodopvang te voorkomen. De Commissarissen van de Koning hebben in hun rol als Rijksorgaan de opdracht om de afstemming tussen de gemeenten, de provincie en het COA te faciliteren en te coördineren en hierover vóór 1 november een verslag in te dienen bij minister Faber. Zij neemt uiterlijk 31 december 2024 een definitief besluit over het aantal opvangplekken voor asielzoekers dat individuele gemeenten de komende twee jaren moeten realiseren.