NOORD-BRABANT - In Brabant zijn het afgelopen jaar 10.800 woningen bijgekomen. Dit is zo’n 14% minder dan in 2023, toen er 12.500 woningen bijkwamen. Voor 2025 ligt de verwachting tussen de 12.000 en 12.500 extra woningen, vergelijkbaar met het gemiddelde van de afgelopen 5 jaren. In november passeerde Brabant de grens van 1,2 miljoen woningen.

Afgelopen jaar zijn er 13.300 extra woningen gerealiseerd, 8,5% minder dan een jaar eerder. Door nieuwbouw kwamen er 10.550 woningen bij en 2.750 door het herbestemmen van leegstaande kantoren, winkels en ander vastgoed. Er verdween ook woonruimte, vooral door sloop. Vorig jaar ging dit om 2.650 woningen. Dit is een kwart meer dan in 2023. De totale groei, gerealiseerde woningen minus sloop, is in 2024 uitgekomen op 10.800 woningen. De provincie telde op 1 januari van dit jaar 1.201.600 woningen.

Op Flevoland en Noord-Holland na kende Noord-Brabant de hoogste relatieve groei in Nederland. Het aantal woningen in Brabant name met 0,91% toe. De gemiddelde groei in Nederland lag afgelopen jaar op 0,86%. Afgelopen jaar zijn er in Nederland 70.350 woningen bijgekomen. Dit is beduidend minder dan het voorgaande jaar toen er 78.800 bijkwamen. De dip in de woningbouw is dus een landelijke trend.

Jaarlijkse ruim 13.500 woningen nodig

Gedeputeerde Wilma Dirken van Ruimte en Wonen kijkt met gemengde gevoelens naar de woningbouwcijfers over het afgelopen jaar: “Brabant doet het vergeleken met andere provincies nog best aardig. De provincie, gemeenten en bouwers hadden graag gezien dat we het hoge tempo van de afgelopen jaren hadden kunnen vasthouden.” Om de nog altijd sterke bevolkings- en huishoudensgroei bij te kunnen benen én om bestaande woningtekorten terug te dringen, zal de Brabantse voorraad de komende 10 jaar nog met 135.000 tot 140.000 woningen moeten toenemen. Dat zijn gemiddeld ruim 13.500 woningen per jaar.

“Het is alle hens aan dek om de woningbouw in onze provincie weer voldoende op tempo te krijgen en te houden,” aldus Dirken. “Daarbij willen we procedures versnellen en meer inzetten op conceptuele en fabrieksmatige woningbouw. Daarnaast zie ik ook ruimte om onze bestaande woning- en gebouwenvoorraad beter te benutten. Op basis van onze prognoses, verwacht ik een hogere groei in 2025. Die lijn verder doorzetten is dé uitdaging voor de komende jaren”.

Bijdrage aan hoger bouwtempo

De provincie draagt bij aan een hoger bouwtempo. Zo verlengt de provincie bijvoorbeeld de subsidieregeling collectieve wooninitiatieven. Daarnaast komt er binnenkort een nieuwe tranche van de Flexpool Versnelling Woningbouw, waarmee gemeenten extra financiële middelen van Rijk en provincie krijgen om de ‘start bouw’ van woningbouwplannen te versnellen. Ook is de provincie mede-initiatiefnemer voor het project SPRONG, waarmee gemeenten worden ondersteund bij de aanpassing en omzetting van bestaande plannen aan de nieuwe Omgevingswet. Dit ook om o.a. de snelheid en kwaliteit van gemeentelijke omgevingsplannen te bevorderen en zo ook bij te dragen aan het woningbouwtempo.

Er hangen nog altijd tal van onzekerheden boven de woningmarkt, die ook het bouwtempo raken. Tempo kunnen maken hangt immers sterk af van een groot aantal factoren, samenhangend met onder andere voldoende ambtelijke capaciteit, doorlooptijden bij de Raad van State, de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk, stikstofruimte, de gestegen kosten in de bouw en de invoering van de Omgevingswet.